Adres

Ludgerhof 7131EG Lichtenvoorde Nederland

Monumentstatus
Gemeentelijk monument
Transformatiejaar
2004
Oude functie
Kerk
Nieuwe functie
Wonen

Samenvatting

De Ludgerkerk in Lichtervoorde is omgevormd tot een woonbuurtje waar de voetprint van de vroegere kerk nog steeds ervaarbaar is. Architect Hans van Beek nam het voortouw in dit project en creëerde ook zelf het draagvlak om het daadwerkelijk te kunnen realiseren.

Het plan is zowel budgettair als architectonisch interessant. Door de woningen rond de kerk te situeren en niet erin werd dit plan financieel haalbaar. Tevens werd zo recht gedaan aan de idealen van de oorspronkelijke architect, Gerard Schouten. Deze had de Ludgerkerk liefst zonder dak gemaakt en was daarnaast een krachtig pleitbezorger van woningbouw op basis van collectiviteit. De voormalige kerkruimte is nog steeds herkenbaar maar dan in de openlucht, en dient nu als gezamenlijk plein voor de huidige  bewoners.  Het project is in 2008 bekroond met de Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit.

Opgave

De katholieke kerk in Ludgerhof kwam eind jaren negentig leeg te staan door de samenvoeging van parochies. Het kerkbezoek liep al jaren sterk terug. Diverse plannen voor hergebruik sneuvelden doordat ze financieel niet haalbaar waren. Ondanks het feit dat omwonenden sterk aan het bijzondere bouwwerk hechten, viel in 2001 de beslissing tot sloop.

Nog in datzelfde jaar bezocht architect Hans van Beek de Ludgerkerk. Hij was daar zo van onder de indruk dat hij besloot om toch nog een poging tot herbestemming te wagen. Daarbij speelde mee dat hij de oorspronkelijke architect, Gerard Schouten, meermalen had ontmoet en ook diens idealen kende. Deze pionier op het gebied van duurzaamheid was een uitgesproken voorstander geweest van collectieve woonvormen. Daarnaast had hij bijzondere opvattingen over het verschijnsel kerk.

Schouten had wel eens tegen Van Beek gezegd dat zijn ideale kerk ‘een duinpan’ was: een ruimte zonder dak dus, midden in de natuur. De Ludgerkerk kwam een eind in die richting. Deze was  omgeven door een tuin die binnen ervaarbaar was: de – houten - muren van de kerk hadden  onderin een hoge strook glas rondom. De tuin, op zijn beurt, werd begrensd door een stenen tuinmuur. De entree tot de kerk was een getrapte gebeurtenis, eerst een stenen tuinpoort door en dan pas die kerk in – met blijvend zicht op de natuur.

Aanpak

Het gouden idee had Van Beek al snel. Dat was: de kerkruimte intact laten en de woningen daarom heen situeren. Tussen de buitenmuren van de kerk en de omringende tuinmuur zouden zeker twaalf woningen gebouwd kunnen worden, veel meer dan mogelijk was ín de kerk. Op deze wijze bleef de essentie van het kerkgebouw (de centrale ruimte) aanwezig en werd het plan ook financieel haalbaar.

De voornaamste kunst was nu om hiervoor voldoende draagvlak te genereren. Dat begon met een bezoek aan de burgemeester die ‘dit hoofdstuk’ net had afgesloten - sloop stond voor hem vast. Nadat de burgemeester niettemin overtuigd was van de mogelijkheden van het plan, ging Van Beek een gesprek aan met het kerkbestuur. Hier was meer tegenstand, ook al omdat katholieken ‘gewijde ruimten’ liever niet herbestemmen. Toch werden ook zij enthousiast, en tenslotte sprak dit bestuur zich expliciet erover uit dat het hen niet om ‘maximale opbrengst’ ging, maar dat zij een herinnering aan de Ludgerkerk levend wilden houden. Pas nadat die afspraak was gemaakt, ging de architect op zoek naar een opdrachtgever en een financier voor zijn plan (zie ook financiering).

Ontwerp

Het gerealiseerde project telt 16 woningen – vier méér dan in het oorspronkelijke idee. Die extra hoekwoningen waren nodig om het plan rendabel te krijgen. De voetprint van de vroegere kerk is duidelijk herkenbaar. De vroegere kerkruimte is nu een gezamenlijk plein voor de bewoners, waarin de plekken van de doopvont en de sacristie herkenbaar zijn. De klokkenstoel bleef behouden. De houten kerkwanden staan op hun oude plaats maar nu als voorgevels van de woningen. Deze woningen strekken zich aan hun achterzijde uit tot aan de stenen tuinmuur. Geheel in lijn met Schouten kreeg de natuur een plek in het plan. Zo is het terrein direct tegen de tuinmuur beperkt bebouwd (hier zijn patio’s, dan wel één bouwlaag), dit om de bomen direct achter de tuinmuur te behouden. De vakwerkliggers die voor het behoud van de vroegere voor- en achtergevel van de kerk nodig waren, zijn bedoeld als pergola’s.

Ook de opzet van de woningen toont respect voor de oorspronkelijke kerk. Zo zijn in de houten voorgevels (de vroegere kerkmuur) zo weinig mogelijk ramen toegevoegd. En de verkaveling volgt de structuur van de kerk, wat kavels gaf van slechts vier meter breed. Dat leidde tot een uniek ontwerp. De eigenlijke woningen zijn inderdaad slechts vier meter breed, maar hebben elk ernaast een vier meter brede ‘serre’. Deze geheel met glas omklede ruimte leent zich voor velerlei indeling en gebruik. Veruit het meeste daglicht dat de woningen binnenvalt, komt via deze serres. De woonkamers bevinden zich op de eerste verdieping, ook omdat je daar over de tuinmuur heen kunt kijken.  

Financiering

Van Beek zelf heeft zich in 2001 een opdrachtgever voor het project gezocht, die hij vond in de ooit door Schouten opgerichte Stichting Heelweg. Deze stichting stelt zich tot doel het bevorderen van woningbouw waarin duurzaamheid en collectiviteit centraal staan, maar leidde op dat moment een sluimerend bestaan.

Het plan van Van Beek pastte precies bij deze doelstelling, en de Stichting besloot de ontwerpkosten te betalen. Vervolgens is door de Stichting Heelweg en Atelier Pro gezamenlijk een inschrijving van aannemers /projectontwikkelaars georganiseerd. Uit 13 gegadigden werd WBC projecten (nu: WBC Bouw) in Winterswijk gekozen, die ruimschoots het bedrag bood dat het kerkbestuur vroeg en optrad als risicodragend projectontwikkelaar. Deze was dus ook de eigenaar van de woningen, en bood ze in  -particuliere – verkoop aan. De architect bleef nauw bij het hele project betrokken. Stichting Heelweg betaalde alle architectenwerk: zowel tekeningen als de bouwbegeleiding.

Leerpunten

Architect Van Beek noemt de Ludgerhof nog steeds een voorbeeldig project. Wel werd hem duidelijk hoezeer een goede samenwerking van alle partijen bij zo’n project onontbeerlijk is. Dat bleek toen de verkoop niet onmiddellijk vlotte en de Stichting Heelweg zelf twee woningen kocht. Een ervan werd vervolgens overgedragen aan de Stichting Prisma die zich richt op begeleid wonen van ernstig zieke kinderen. De aannemer, van zijn kant, nam wijzingen die deze functiewijziging met zich meebracht, zonder morren op zich. Dit was weer mede te danken aan diens goede vertrouwensrelatie met de architect, die meermalen met de aannemer ‘meeging’ als deze voordeliger oplossingen bedacht.

Meer informatie

Deze projectbeschrijving maakt deel uit van een analyse best practices van 10 herbestemmingsprojecten uitgevoerd door BNA Onderzoek met focus op de rol van de ontwerper.

Contactpersoon

Bouwjaar
1970
Architect (origineel)
Gerard Schouten
Architect (transformatie)
Atelier Pro, Hans van Beek, Annemiek Braspenning en Dorte Kristensen
Eigenaar
Particulier, Stichting Prisma
Betrokken partijen
Stichting Heelweg/WBC projecten
Organisatie
BNA Onderzoek
Google map of Ludgerhof, Lichtenvoorde